maandag 20 december 2010

De Case 3

DE WESTOEVER IN DE POLDER?

Je zou het haast denken. Sinds ik sinds korte tijd een tweedehands aangeschaft laptopje heb. In eerste instantie aangeschaft voor het typen van tekst omdat, zo werd mij duidelijk, mijn handgeschreven brieven niet werden gelezen, niet door mijn advocaat en niet door de bezwaarschriftencommissie van de gemeente en niet door de rechtbanken waar ik mee te maken kreeg. Sindsdien kan ik ook op het internet, sinds ik ook telefoon heb, voor het eerst weer na 30 jaar, omdat mijn mobieltje ook nooit door hen gebeld werd. Dat conflict tussen zionisten en Palestijnen volgen. En waarachtig, de rechtsgang en getreiter van die zionisten om maar te laten gebeuren wat zij willen dat er gebeurd, namelijk tegen het recht van de Palestijnen in hun bezittingen stelen. Ik wordt nog net niet etnisch gezuiverd want ik ben een witte man en de achternaam van mijn vader is een Hollandse met misschien een Duitse oorsprong van eeuwen geleden, en die van mijn moeder kan niet Fries-er of Gronings-er zijn. Maar voor de rest van de gang van zaken is de vergelijking niet helemaal onjuist.


Mijn aantekeningen voor mijn verweer op de zitting van de bezwaarschriftencommissie voor mijn toelichting op mijn bezwaarschrift tegen de gemeente zoals door die commissie van mij werd gevraagd. Waarvan ik ook mijn advocaat in kennis stelde in het begin nog tijdens de eerste bezwaarschrift procedure tegen de gemeente nadat die mijn uitkering had gestopt. Een advocaat die ik eindelijk na een lange omzwerving langs vele advocatenkantoren bereid vond mij bij te staan, een advocatenkantoor presteerde het zelfs om mij mijn dossier terug te geven met de mededeling niks voor mij te kunnen doen en dat ik mij maar moest schikken in het onvermijdelijke. Met de advocaat die uiteindelijk wel bereid was had ik nog een 'vertrouwensband' van lang geleden (alhoewel ik over hem ook mijn twijfels had en een keer van advocaat was gewisseld). Omdat hij mij toen bijstond in de echtscheidingsprocedure en daarna in de vele omgangsrecht rechtszaken voor mijn twee dochters. Het kwam er op neer dat ik alle plichten kreeg toebedeeld en mijn ex-echtgenoot alle rechten. Een door hem aan mij voorgehouden akte van berusting heb niet getekend en moest verder steeds heilloze rechtszaken beginnen nadat mijn ex-echtgenoot de afspraken over de omgang van mijn kinderen met mij niet nakwam. Ook in deze nieuwe zaak ging hij er weer vanaf het begin van uit dat het wel aan mij zou liggen dat sociale zaken mijn bijstand had gestopt maar dat ik toch minimaal wel recht had op rechtsbijstand als ik in beroep moest gaan tegen een ongegrond verklaring van mijn bezwaarschrift. Allemaal dingen waaraan ik al gewend was geraakt, maar ik ging er nog wel vanuit dat het recht uiteindelijk zou zegevieren. Maar dat liep al gauw op een teleurstelling uit toen ik een absurde zitting voor een voorlopige voorziening moest meemaken waarbij klant-beheerders en stagiaires van sociale zaken vanaf de tribune zich met de zitting konden bemoeien. Mijn advocaat vond het prima en hield mij na afloop van de zitting aan de praat tot die 'gemeente afvaardiging' was afgereisd, daarmee suggererend dat ik hen iets aan zou doen terwijl ik verbouwereerd mij stond af te vragen in welk absurdistisch toneelstuk mij een rol was toebedeeld. En mijn verzoek om toch op zijn minst tijdens de lopende hoger beroepszaak inkomsten te hebben uit een voorlopige voorziening in de uitspraak van die rechtbank ongegrond werd verklaard. Men wou perse en mijn advocaat heeft het mij ook op schrift medegedeeld dat ik mijn zo zuur van mijn bijstand bijeen geschraapte 'vermogen' (die in mijn woonboot en mijn zeilboot was opgebouwd) te gelde moest maken. Hetgeen ik nog steeds weiger te doen. De mij vanaf begin 2008 afgedwongen krediethypotheek op mijn woonboot is van de baan, al is het wegens de verkeerde gronden aangezien er geen registratie van mijn 'vermogen' in het schepen-register van het kadaster is. En de restwaarde van mijn 'vermogen' in mijn zeilboot werd ruim overschat waardoor ik ook daarmee in werkelijkheid de oplopende schulden aan achterstallige betalingen voor de onvermijdelijke vaste kosten voor levensonderhoud er niet mee kon voldoen. Door achterstallig onderhoud door geen inkomsten, door het stoppen van mijn bijstand door de gemeente, werd mijn 'vermogen' ook steeds minder 'vermogend'. Maar daar hebben zij geen boodschap aan. Hun bureaucratie werkt met momentopnames uit een niet bestaande werkelijkheid.

Nu na het gehele procedure traject. Kan ik wijzer geworden, in dat schrijven van toen, het gesjacher en gechicaneer van sociale zaken en notabelen van het establishment en de rechtspraak om maar te laten gebeuren wat zij willen dat er gebeurd. Tegen mijn rechten in om mijn bezittingen te stelen omdat zij er met een niet ware bewering van uit gaan dat ik het niet rechtmatig kan hebben verkregen of überhaupt van mening zijn dat ik er geen recht op heb. Hoe ik het ook aantoonbaar uitgespaard heb van mijn bijstand. Door na het voldoen van oude schulden voor een auto om aan het werk te blijven terwijl in Lelystad niks te doen was en het voldoen van de alimentatie. Op dezelfde voet mijn bestedingen te doen maar dan te besteden in de toekomst, spaarzaam en met minimale middelen toch er iets van maken. Maar als ik dan mondeling of op schrift gesteld kond doe van die armoede doen ze net of ze achterlijk zijn, en blijven op hun standpunten staan en gaan je bewijzen vragen met een omgekeerde bewijslast, om jou je bijstand te betwisten. Daartegen heb ik opgetreden, niet wetende dat er een artikel 4:6 Algemene wet bestuursrecht bestaat dat mij altijd veroordeeld tot waar een gemeente toe beslist. Alsof we nog onder het bewind van de nazi-bezetter leven, terwijl vreemd genoeg toen de rechterlijke macht geen rechtsprak. Maar nu gezagsgetrouw elke rancuneuze cliënt-beheerder die vol ressentimenten, van een sociale dienst uiteraard door diens leidinggevenden aangemoedigd, toestaat een bijstand-ontvanger naar het leven te staan. Wat kan het anders zijn dat dit wil laten gebeuren? Met zulk onrecht kan ik niet leven zonder ertegen in te gaan.


21 november 2005
Iets bekorte toelichting voor de zitting van de bezwaarschriftencommissie op 21 november 2005.

Toen ik op mijn oude ligplaats woonde, met mijn eigen besognes. De volkstuin aan de overkant en sprokkelhout voor de kachel uit het bos, ook aan de overkant, konijnen hield en zo hier en daar wat vis stroopte, in de tocht verderop, kon ik het allemaal best redden en de held voor mezelf uithangen. Desnoods tegen de hele wereld. Nu op mijn nieuwe ligplaats voor mijn woonboot, tussen de rijkdom van de nieuwe Lelystedelingen, die allemaal aan uitlokking doen om mij maar zwart voor ze te laten werken. Wat ik dus niet doe, en wat dan weer hun ongenoegen opwekt, maakt het allemaal een stuk ingewikkelder. Er wordt van alles over mij gedacht en gezegd, doordat ik zelf er geen doekjes omwind waar ik van leef. En hier is het al niet anders. Mijn inkomstenbron wordt gestopt omdat ik niet met inlichtingen kom. Inlichtingen die ik niet heb. Het is voor die mensen veel te moeilijk zich een voorstelling te maken van de situaties waarin een mens in ons land kan verzeilen. Toch hebben die mensen over mij niet te klagen. Ik ga goed met mensen om en houd de omgeving netjes, en ik ga mijn eigen gang en beklaag me niet over hen. Maar zodra ik tegenwoordig maar een vermoeden van achterbaksheid heb, ontsteek ik in een bijna onbeheerste woede. Wat voor hun al gauw een spelletje is, is voor mij bittere ernst. Ik moet het met zoveel minder doen, en dan kan ik mij geen verspilling veroorloven. Maar verder ben ik tot nu toe ongevaarlijk. Men kan helaas dan wel uitgebreid 'meegenieten' van mijn ongenoegen over wat er verkeerd gaat. Armoede gepaard aan wilskracht heeft zo z'n problemen. Maar misschien moest mijn wilskracht ook nog gebroken worden?

Mijnheer van de Brand (de cliënt-beheerder die mij een verhoor ging afnemen) moet niet geweten hebben wat hem overkwam. Misschien niet bekend met de Lelystadse zaakjes, en ook niet met mijn geschiedenis, heb ik hem de maat genomen. Wou wel eens weten waar ik aan toe ben, wat er wel van mij gedacht werd, en hoever men daarin wel zou gaan. Toen ben ik dus ingegaan op wat hij mij liet weten van mij te denken. Ik laat mij geen verhoor afnemen. Hij is geen verbalisant en ik ben nergens aan schuldig. Hij kan het uitzoeken en moet met bewijzen komen. En per direct mijn uitkering vanaf 1 juli 2005 laten doorbetalen. Plus de ziekenfonds premies aangezien ik vanaf 1 augustus 2005 niet meer verzekerd ben. En omdat ik kiespijn heb en ook geen geld voor de tandarts heb.

Ik moest weer eens zo nodig de held uithangen. Aan de kaak proberen te stellen, wat er met mensen zoals ik gedaan wordt. En met welke methode. Nu ik weet wat er over mij gerapporteerd werd. Wat ik kan lezen in het verweerschrift en de historie van de gemeente. Door-lezend wat mij ter inzage is gegeven, en wat naar ik aanneem ook aan u voorligt, overkomt mij de sensatie door een brei van verkeerde voorstellingen van zaken, van feiten en omstandigheden, halve waarheden en weglatingen van belangrijke gegevens en omstandigheden te lopen. Een zeer onprettige brei waar geen beginnen aan is om daarin helderheid te verschaffen. Om precies te zijn heb ik op elke bladzijde van 1 tot en met 88 wel iets aan te merken. Maar nu weet ik dan dus wel wat er stiekem en achterbaks over mij gerapporteerd werd vanaf het allereerste begin toen ik helaas met de sociale dienst te maken kreeg. Waar halen ze het gore achterbakse lef vandaan, en zijn daartoe blijkbaar ook al niet geëquipeerd met kennis van omstandigheden waarin een bijstand-ontvanger moet leven, om mij over een tijdsspanne van 20 jaar zo te veroordelen zonder mij daarvan in kennis te stellen. Nu ik dus weet wat er over mij zo stiekem en achterbaks gerapporteerd werd weet ik mij des te meer daartoe gerechtvaardigd.

Wat denkt u wat er over mijn uiterlijk, over wat er over mijn innerlijk gerapporteerd werd daar kom ik straks nog over te spreken, werd gerapporteerd. Wat denken ze wel. En dan vraag ik mij ook af hoe zij het zouden doen als zij ergens wonen waar geen plee, geen badkamer en geen stromend water is. Ze hebben geen benul van armoede en doen zoals nu blijkt er ook nog alles aan om die armoede te bestendigen. Daardoor heb ik dus dit bezwaarschrift moeten indienen en moet hier dan maar weer in verweer gaan tegen de aanvallen op de primitieve accumulatie waaraan ik ben gedwongen geweest/geworden te doen. Neem van mij aan dat ik ook liever had gespaard van wat ik overhield. En dan heb ik ook nog alle schulden vanuit mijn ex-huwelijk betaald. Deze waren toch echt enkel maar ontstaan doordat ik toen in Lelystad niet buiten een auto kon. Voor naar het werk en de boodschappen had ik een Lada op de pof moeten kopen. Die persoonlijke lening ervoor bij de IDM bank heeft mij de das om gedaan toen de inkomsten stopte in periodes werkeloosheid. Eerst drie-verdiener, mijn ex-echtgenoot had toen ook een volledige baan en ik was penningmeester voor de bouwbond FNV en dus ook vertegenwoordiger van het Sociaal Fonds Bouwnijverheid en kreeg daarvoor per klant en per verzilverde vakantiebon betaald. Naar het enkele loontje van een fabrieksarbeider bij Reynold's Aluminium in Harderwijk waar ik was gaan werken om aan de gang te blijven. Vanaf toen heb ik het nooit meer kunnen inhalen. Dus heb ik toch uiteindelijk na de scheiding alle oude schulden voldaan om mijn ex-echtgenoot, de moeder van mijn kinderen, van toen 3 en 5 jaar er niet mee te belasten, en zo plus het betalen voor de alimentatie voor de kinderen die kinderen de maximale kansen te geven. Zo wereldvreemd als ik in die rapporten wordt genoemd ben ik dus niet!

Wat van mij is is van mij. En dat bewaar ik of besteed ik zoals het mij goeddunkt. En omdat dat mij geen windeieren legt hoef ik nu niet mij te laten bestelen door de staat. Maar ik had het natuurlijk verkeerd moeten uitgeven en nog meer schulden moeten maken dan hadden we hier niet gezeten. Ik heb met pijn en moeite zorgzaam alle armoede valkuilen die mij nog dieper in armoede zouden brengen, en ook voor wie mij het naast staan omzeild, en nu krijg ik dit. Wordt ik in een armoede-ravijn geduwd.

Nadat Mijnheer van de Brand mij naar mijn welzijn informeerde, begon hij mij een verhoor af te nemen. Er van uitgaande dat alleen een verklaring op papier en door mij ondertekend geldig is als bewijs, ben ik op gaan scheppen over hoe het in zijn woorden had kunnen zijn geweest. Ik had er al eerder telefonisch contact over gehad toen bleek dat ik een foutje had gemaakt. Mevrouw Vuyk, mijn toenmalige cliënt-beheerder die ik nog niet eerder gezien of gesproken had, vroeg of ik geen auto had. Waarop ik zei, nee ik heb een boot. Ik zei ook nog dat ik maar één ding tegelijk kan onderhouden. Er volgde een woordenwisseling waardoor ik geïrriteerd raakte, ik weet niet meer precies waardoor. Waarschijnlijk omdat ik er moe van werd dat weer geveinsd werd van niets te weten. Dit was ik allemaal allang weer vergeten en schiet me nu 6 maanden later weer te binnen doordat ik zoek naar een aanleiding die oorzaak kan zijn van al die commotie. Ik houd het erop dat er bewust is aangestuurd naar een aanleiding om mij maar een verhoor af te 'moeten' nemen. Sociale dienst wegen zijn ondoorgrondelijk. Dus nadat ik Mijnheer van de Brand informeerde over de armoede die ik geleden had om te kunnen sparen, wat hij weg hoonde, en hem informeerde dat mijn twee dochters ondanks alles toch een HBO opleiding hebben voltooid en goede banen hebben in het onderwijs en de verpleging, waarom hij moest lachen, ben ik ingegaan op alles wat hij maar van mij dacht te weten. Zo heb ik alle antwoorden op zijn aanhoudende vragen en suggesties beantwoord met de bedoeling te onderzoeken hoever hij wel zou gaan met het omkeren van de bewijslast ten aan zien van hoe ik, wat hij nu ineens vermogen noemde, had opgebouwd. Ik heb al de grootste moeite mij te herinneren hoe ik de afgelopen 5 maanden ben doorgekomen. Zij het dat die beduidend minder armoedig waren dan twintig jaar geleden. Doordat ik nu kan beschikken over een calamiteiten potje, uiteraard netjes gemeld. Mijns inziens kan niemand over zo een lange tijd nog in detail weten hoe het was. Bijkomende factor is dat het nogal traumatisch voor mij was. Veel heb ik verdrongen en weet ik niet meer.

En dan nog dit. Ik heb nooit in Amsterdam geïnformeerd maar in Lelystad bij de Raadslieden, en kreeg een zo'n onduidelijk antwoord dat ik opnieuw contact moest opnemen. Telefonisch werd mij gezegd dat het voor elke gemeente anders is, maar dat het voor Den Haag waar naar toe ik terug wou het er zeer waarschijnlijk op uit zou draaien zoals in het verweerschrift verkort is weergegeven op blz. 6, maar ik heb het nooit te koop aangeboden. Maar ik neem aan dat informatie inwinnen voor een bijstand-ontvanger ook al een verboden handeling is. Voor mezelf heb ik de conclusie getrokken onmondig te worden gemaakt, terwijl elk woord wat ik zeg tegen mij wordt gebruikt, en een ondertekende verklaringen die ik Mijnheer van de Brand heb toegestuurd in de prullenbak verdwijnen. Nota bene, na eerst tot de ontdekking te zijn komen dat die Mijnheer van de Brand zogenaamd niet bereikten, aan de balie voor ontvangst door de sociale dienst waren afgestempeld met het stempel dat betreffende brief door de sociale dienst is ontvangen. Alles wat ik doe niet mag en ook tegen mij wordt gebruikt, en alles wat ik heb gemaakt mij wordt afgepakt. Maken is een werkwoord waar Mijnheer van de Brand nog wat van kan leren. Maar ik denk eerder dat die schlemiel bij het werkwoord leren alleen al het eerst denkt aan de honger-zweep. Ik kan hem mededelen dat armoede niet werkt want geen fatsoenlijke werkgever (sic) wil je in dienst nemen.

Speciale interesse had Mijnheer van de Brand naar mijn zeilboot. Wat toch echt een heel oude verwaarloosde en afgejakkerde Proto-type is, met een verlengde kiel dus niet standaard of productie-type is die voor de proefvaart gebruikt is geweest om alle 'kinderziektes' uit het ontwerp te halen en hem nog slimmer te ontwerpen, en om de romp te gebruiken als origineel om de productie-mal te maken. Nu 33 jaar later door mijn zorg nog steeds in de vaart. De kosten en baten zijn in het geheel niet profijtelijk. Behoudens de enkele keren dat ik ermee vaar. Helemaal alleen want niemand wil mee omdat het leven aan boord naar zeggen volgens hen nogal spartaans is. En waar ik nog nooit mee op vakantie heb kunnen gaan. Als ik niet zo de held had moeten uithangen had ik mij een hoop gelazer kunnen besparen. Maar Mijnheer van de Brand mag mijn schriftelijke en ondertekende verklaringen en antwoorden op zijn vragen niet weggooien. En dat heeft hij wel gedaan. Mijn besef van rechtvaardigheid werd daarmee onbeschoft geschonden.

En dan wat betreft die taxateur die Mijnheer van de Brand van het internet heeft geplukt. Ik heb geen internet en eigenlijk ook geen geld voor een taxatie, zeker niet nu mijn bijstand is gestopt door Mijnheer van de Brand. En ook vermeld Mijnheer van de Brand niet dat die taxateur toch niet eerder kan komen, dan wel binnen een week voordat mijn woonboot op het droge staat. Behoudens de onderwater inspectie kan ook wel maar aangezien de woonboot al zeker meer dan 30 jaren niet op de helling is geweest zijn er absoluut zeker geen kopers voor te vinden.

En dan moet ik er tenslotte nogmaals nadrukkelijk op wijzen dat er over mijn zogenaamde ontbreken van het geven van inlichtingen, de vragen erover in de heronderzoek-formulieren, die ik altijd netjes heb beantwoord, niets over gevraagd werd. Ook is mij steeds een bijstanduitkering toegekend waarmee ik alles gedaan heb. Dan kan er nu toch niet met terugwerkende kracht, waar toen geen vragen over gesteld werden, die nu ineens dan wel als rechtsgeldig worden geponeerd. Ook nog in acht genomen dat er geen bewijzen zijn, en mijn verklaringen schriftelijk en ondertekend geen aanleiding kunnen zijn tot het nemen van een maatregel zoals ik nu moet ondervinden. Als sociale zaken achteraf spijt heeft van haar beleid dan doet mij dat een groot genoegen. Om twee redenen; een, omdat ik nu weer bij de mensen hoor, en twee, omdat ik de keuze had dat te bewerkstelligen met inachtneming van die normen en waarden die in het algemeen belangrijk geacht worden, zeker door mij, en nog voor dat zij voor mij volkomen overbodig, werden her-uitgevonden (...).

En dan wordt nu ineens een bureaucratische taal en een hoeveelheid papier gebruikt die ik nauwelijks nog kan begrijpen. Als mij misgund wordt wat ik met zoveel pijn en moeite en afzien van comfort over zo een lange tijd heb bereikt, dan gaat bij mij het licht weer uit. Dan snap ik er echt helemaal niks meer van. Dan kan ik niet meer voor rede vatbaar zijn. En omdat ik het allemaal voor mijn kinderen deed, opdat zij dan wel een goeie start kunnen maken, zal ik nooit accepteren dat mijn bezittingen worden verpand, zoals als ik het goed begrijp in 2006 lijkt te gaan gebeuren. Zoals ik al schreef, moet redelijkheid en vertrouwen blijkbaar alleen van mijn kant komen. Dat is met normen en waarden dan zeker ook zo.

Ik heb een vak geleerd en heb daarnaast meerdere beroepen uitgeoefend, en ben zeer ervaren geworden. Ben zeer betrokken geweest met de samenlevingsopbouw in de politiek en in de vakbond. Ben langere tijd plaatselijk vertegenwoordiger van het Sociaal Fonds voor de Bouwnijverheid geweest. Dat was het Gewestelijke Arbeid Bureau allemaal zeer bekend. Toen heb ik aldaar het beroep waarvoor ik wou worden ingeschreven bewust open gelaten en naar elk beroep dat mij passend leek gesolliciteerd, om mijn gezin dat toen nog heel was te voeden. Het GAB heeft mij daarbij niet één keer geholpen, en mij later ongevraagd ingeschreven als productiemedewerker en naar nu blijkt uit de rapporten arbeidsongeschikt c.q. onbemiddelbaar verklaard. Als ik nu solliciteer naar een iets meer dan zeer tijdelijk werk wordt ik uitgelachen. Dat is mij meerdere keren overkomen, ook toen de economie op volle toeren in de lift zat. Men heeft mij dus niet nodig. Nu ben ik 58 en wil men bewerkstelligen dat mijn hele arbeidzame leven tevergeefs en voor niets is geweest. Als men mij productief voor de samenleving wil hebben dan moet ik ergens concreet nodig zijn en daarvoor een fatsoenlijke beloning krijgen. Het er steeds weer op aansturen dat alles wat ik ook maar doe tevergeefs is maakt mij kapot en als mens radicaal. Het is aan u om te beschikken of dat moet gebeuren.

En dan tenslotte is de sequens van de vraagstelling en mijn antwoord steeds en dat heb ik voor de duidelijkheid tot het laatste bewaard. Waar heb je/ik het van gedaan!? Ik heb het gedaan van zuinig zijn, en voor niks dus gratis wonen, nu al 24 jaar! Men mag zelf uitrekenen hoeveel ik daardoor heb bespaard c.q. gespaard. Maar dan helaas niet met geld op de bank maar in 'woongenot'. Als ik dat te gelde maak wil ik daar ergens anders minimaal ongeveer hetzelfde voor terug kunnen verkrijgen. Volgens zoals de wet zijn uitwerking heeft, zoals ik ermee te maken kreeg, kan dat niet. Dat vind ik uitermate onrechtvaardig. Het beperkt mijn recht op vrije vestiging en is ook nog diefstal en terreur. Omdat ik geen zin heb in zoveel toestanden voor mijn rechten had ik besloten in Lelystad te blijven. Maar wat schetst mijn verbazing? Ze willen mij hier bestelen, door middel van een bureaucratische terreur, en door middel van de onthouding van de toch wel zeer minimale middelen voor het bestaan. Nu al sinds 1 juli 2005.

21 november 2005



Deze toelichting op mijn bezwaarschrift heb ik op de zitting van de bezwaarschriftencommissie niet mogen uitspreken omdat zij die te lang vonden. Na hevige discussie werd mij wel toegestaan om de toelichting aan de secretaris te overhandigen om te kopiëren. Er werden mij enkel vragen gesteld over de registratie van mijn woonboot in het schepen-register van het kadaster.


Nu 19 december 2010 trek ik mijn conclusie. Er is in de afgelopen 5 en een half jaar door de instanties en rechtbanken en incasso-bureaus en deurwaarders ongeveer 10 kilogram papier geproduceerd, althans voorzover mij is toegestuurd, waarin niet één keer de ware werkelijkheid ter sprake is gekomen. Niet met één woordje.

Zij liegen!



Ik heb (nog) geen tags gelabeld. Maar met even door-scrollen naar beneden kan de lezer al mijn artikelen over mijn conflict met de gemeente Lelystad terugvinden tussen de andere artikelen die ik plaatste vanaf 21 oktober 2010 toen ik deze blog begon om dit conflict in de openbaarheid aan de orde te stellen. Zodat er een mening over gevormd kan worden na aanschouwing van wat anders verborgen zou zijn gebleven.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten